Wanneer heeft een werknemer recht op de transitievergoeding?
Er bestaat recht op de transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever is geëindigd door opzegging, door ontbinding of door de arbeidsovereenkomst niet voort te zetten na een einde van rechtswege. Ook heeft een werknemer recht op de transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst eindigt of niet wordt voortgezet als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever.
Er is geen recht op transitievergoeding als de werknemer de AOW- of pensioengerechtigde leeftijd bereikt, als de werknemer jonger is dan achttien jaar en maximaal twaalf uur per week werkt, als het einde van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, of als de werkgever failliet is verklaard.
Wat is de hoogte van de transitievergoeding?
Werknemers hebben vanaf de eerste dag van de arbeidsovereenkomst recht op een transitievergoeding bij ontslag. Dus ook bij een proeftijdontslag. De berekening van de transitievergoeding is 1/3 bruto maandsalaris per gewerkt dienstjaar, berekend vanaf de eerste werkdag tot en met de laatste werkdag.
Er geldt wel een maximum. In 2023 is dit € 89.000 of een jaarsalaris als dit hoger is. Met dit laatste wordt bedoeld dat als het loon van de werknemer over twaalf maanden meer dan het maximumbedrag is, de maximale transitievergoeding een bedrag gelijk aan dat jaarsalaris is.
Van welk bruto maandloon moet worden uitgegaan?
Bij de berekening van de transitievergoeding moet worden gerekend met het brutoloon vermeerderd met alle componenten waar de werknemer aanspraak op zou hebben als de arbeidsovereenkomst was voortgezet. Dit zijn vaste en variabele componenten.
Bij de vaste looncomponenten moet in principe worden gekeken naar de looncomponenten uit de laatste twaalf maanden voordat de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Hiervan wordt het gemiddelde uitgerekend. Voorbeelden van vaste looncomponenten zijn vakantietoeslag, een vaste eindejaarsuitkering, ploegentoeslag en overwerkvergoedingen.
Voor de variabele looncomponenten moet teruggekeken worden naar de aatste drie jaren voorafgaand aan het jaar waarin de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Dit bedrag moet vervolgens gedeeld worden door 36. Denk daarbij onder meer aan bonus, winstuitkering, provisies en variabele eindejaarsuitkering en provisies.
Mijn werkgever en ik sluiten een vaststellingsovereenkomst. Heb ik recht op transitievergoeding?
Bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden bestaat er geen wettelijk recht op de transitievergoeding, maar in de praktijk vormt de transitievergoeding meestal wel de ondergrens als partijen onderhandelen over een (minnelijke) beëindigingsvergoeding.
Kunnen scholingskosten van de transitievergoeding worden afgetrokken?
Ja, onder bepaalde voorwaarden is dit mogelijk. Zo is voorafgaande instemming van de werknemer vereist. Als de scholing wordt gevolgd voor de eigen functie of als deze verband houdt met re-integratieverplichtingen of de herplaatsingsplicht, dan is niet mogelijk de gemaakte kosten af te trekken van de transitievergoeding. Als de scholing op inzetbaarheid buiten de organisatie ziet (en dus niet in het kader van re-integratie of herplaatsing), dan zouden afspraken gemaakt kunnen worden over aftrek van de kosten van de transitievergoeding.